Discrete kansmodellen > Hypergeometrische stochast
123456789Hypergeometrische stochast

Voorbeeld 1

In een klas zitten `8` jongens en `12` meisjes. Daaruit wordt een aselecte steekproef van `4` personen getrokken. Stochast `M` is het aantal meisjes in de steekproef. Stel een een kansverdeling op voor `M` en bepaal de verwachting en de standaardafwijking van `M` .

> antwoord

Bij de steekproef gaat het om trekking zonder terugleggen van `4` elementen uit een populatie van `20` . `M` is een hypergeometrische stochast. De kans op bijvoorbeeld `M=3` is:

`text(P)(M=3 )=12/20*11/19*10/18*8/17*4 ≈0,3633` .

De complete kansverdeling wordt:

m `0` `1` `2` `3` `4`
P ( M = m ) `0,0145` `0,1387` `0,3814` `0,3633` `0,1022`

Met de grafische rekenmachine vind je dan: `text(E)(M)=2,4` en `σ(M)≈0,899` .

Opgave 3

In het voorbeeld gaat het om een steekproef van `4` uit een populatie van `20` personen. `M` is het aantal meisjes in de steekproef.

a

Waarom is `M` geen binomiale stochast?

b

Bereken zelf de kansen in de kansverdeling `M` .

c

Reken de verwachtingswaarde en de standaardafwijking van `M` na.

d

Bereken de kans dat er minstens `3` meisjes in de steekproef voorkomen.

verder | terug