Discrete kansmodellen > Stochasten optellen
123456789Stochasten optellen

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

Doen, gebruik de kansverdelingen uit de voorgaande paragraaf.

b

`E (X + Y) = 7`

`sigma (X + Y) ≈ 2,58`

Opgave 1
a

Bijvoorbeeld `text(P)(X+Y=2 )=text(P)(x=2 text( en ) Y=0 )=0,20 *0,40 =0,08` , enzovoorts.

b

Dat `X` en `Y` voor alle gevallen onafhankelijk zijn. Anders geldt de productregel niet op de bij a beschreven manier.

Opgave 2
a

Doen, antwoorden in de uitleg.

b

Doen.

c

Omdat deze manier van optellen sterk lijkt op het toepassen van de stelling van Pythagoras.

Opgave 3
a

Doen, antwoorden in het voorbeeld.

b

Hier zie je de kansverdeling van `X+Y` :

` x+y ` `0` `1` `2` `3` `4` `5` `6` `7` `8` `9` `10` `11` `12` `13` `14` `15` `16` `17` `18` `19` `20`
` text(P)(X+Y=x+y) ` `0,0002` `0,0006` `0,0014` `0,0030` `0,0055` `0,0091` `0,0129` `0,0192` `0,0286` `0,0341` `0,0558` `0,0658` `0,0861` `0,1015` `0,1018` `0,1058` `0,1045` `0,0705` `0,0475` `0,0528` `0,0192`
Opgave 4
a

Nu heeft `3 X` de waarden `0` , `1` , `2` , `3` , `4` , ..., `29` , `30` . Je moet de bijbehorende kansen uitrekenen, dat is weer flink wat werk. Bijvoorbeeld `text(P)(3 X=2 )=text(P)(X=0 text( en ) Y=2 )+text(P)(X=1 text( en ) Y=1 )+text(P)(X=2 text( en ) Y=1 )` , etc.

b

Dan moet je de kansverdeling van `3 X` echt helemaal maken en `text(E)(3 X)` en `σ(3 X)` daarmee berekenen.

Opgave 5
a

`text(E)(X+2 )=text(E)(X)+text(E)(2 )=text(E)(X)+2` .

b

`σ(X+2 )=sqrt( (σ(X))^2+ (σ(2 ))^2)=σ(X)` , want `σ(2 )=0` .

Opgave 6

  `text(E)(10 X)=35` en  `σ(10 X)≈5,41` .

Opgave 7

Verwachte omzet: `3276` euro met een standaarddeviatie van `14,93` euro.

Opgave 8
a

`3` euro.

b

Opgave 9
a

Hier zie je de kansverdeling van `X+Y` :

` x+y ` `5` `10` `15` `6` `11` `16`
` text(P)(X+Y)=x+y ` `0,0375` `0,0600` `0,0525` `0,2125` `0,3400` `0,2975`

Nu is `text(E)(X)=0,85` , `text(E)(Y)=10,5` en `text(E)(X+Y)=11,35` , en `0,85 +10,5 =11,35` .

b

`σ(X)≈0,357` , `σ(Y)≈3,841` en `σ(X+Y)≈3,857` en `3,857 ≈sqrt(0,357^2+3,841^2)` .

c

Hier zie je de kansverdeling van `10 X` (in vier decimalen nauwkeurig):

`k` `0` `1` `2` `3` `4` `5` `6` `7` `8` `9` `10`
` text(P)(10X=k) ` `0,0000` `0,0000` `0,0000` `0,0001` `0,0013` `0,0085` `0,0401` `0,1298` `0,2759` `0,3474` `0,1969`

Nu is `text(E)(10 X)=8,5 =10 *0,85` en `σ(10 X)≈1,13 ≈sqrt(10 )*0,357` .

Opgave 10
a

Hier zie je de kansverdeling van `Y-X` :

` x+y ` `5` `10` `15` `4` `9` `14`
` text(P)(X+Y=x+y) ` `0,0375` `0,0600` `0,0525` `0,2125` `0,3400` `0,2975`
b

Nu is `text(E)(X)=0,85` , `text(E)(Y)=10,5` en `text(E)(Y-X)=9,65` , en `10,5 -0,85 =9,65` .

c

`σ(X)≈0,357` , `σ(Y)≈3,841` en `σ(Y-X)≈3,857` en `3,857 ≈sqrt(0,357^2+3,841^2)` .

Opgave 11

De verwachtingswaarde is `1,4` prijzen met een standaarddeviatie van `0,38` .

Opgave 12
a

`67` keer kruis

b

`4,71`

Opgave 13
a

De kansverdeling van `A` is:

a 4 5 6 7 8
P(A=a) 0,15 0,18 0,29 0,28 0,10

De kansverdeling van `B` is:

b 5 6 7
P(B=b) 0,32 0,41 0,27
b

`C` is het gemiddelde cijfer van de twee practicumtoetsen.

c

Verwachtingswaarde: een `5,975` gemiddeld

Standaardafwijking: `1,011` punten

d

De echte standaardafwijking van stochast `C` is ongeveer `0,87` .

Stochasten `A` en `B` zijn afhankelijk van elkaar en dan geldt de somregel niet! 

Opgave 14
a

De kansverdeling van het aantal keer kruis `K` is:

`k` `0` `1` `2`
`text(P)(K=k) ` `0,25` `0,50` `0,25`
b

Je kunt `1` keer kruis verwachten.

c

`σ(K)=sqrt(1,5 )≈0,71`

d

Je verwacht dan `10` keer kruis.

e

`7,07`

Opgave 15

Verwachtingswaarde `text(E)(X+Y) = 6` ogen;

standaardafwijking  `σ(X+Y) ~~ 2,04` ogen.

Opgave 16
a

Nee.

b

`4,72` punten

c

Zie uitwerking.

verder | terug