`d=1,83` meter en `h = 0,91` meter
`f'(x)=3 x^2-3`
`f'(x)=3x^2-3 = 0` geeft `x=+-1` .
Maximum `f(text(-)1 )=2` en minimum `f(1 )=text(-)2` .
`f'(x)=3x^2=0` geeft `x=0` .
Deze functie heeft voor `x=0` een horizontale raaklijn. Heeft de functie ook een extreme waarde voor `x=0` ?
Bekijk de grafiek van de functie `g(x)=sqrt(x)` . Wat is er aan de hand in `x=0` ?
De functie en de afgeleide hebben er beide de waarde `0` , maar er is geen extreme waarde.
De functie en de afgeleide hebben er beide de waarde `0` en er is een minimum van `f(0 )=0` .
Alleen de functie heeft er de waarde `0` en `f'(0 )` is onbekend. Er is geen extreme waarde.
Alleen de functie heeft er de waarde `0` en `f'(0 )` is onbekend. Er is een minimum van `f(0 )=0` .
`f'(x)=0,3 x^2-120`
`f'(x)=0,3 x^2-120 =0` kun je noteren als `x^2=400` en hieruit volgt `x=text(-)20 vv x=20` .
Maak een tekenschema van `f'` , bedenk dat `f'` een dalparabool is.
Max. `f(text(-)20)=1600` en min. `f(20 )=text(-)1600` .
`100 x^2 = x^2(x-10)^2` geeft `x^2=0 vv (x-10)^2=100` en `x=0 vv x=20` .
De snijpunten zijn `(0, 0)` en `(20, 40000)` .
`g(x)=x^2(x^2-20x+100)= x^4-20x^3+100x^2` en `g'(x)=4 x^3-60 x^2+200 x` .
`g'(x)=4 x^3-60 x^2+200 x=0` geeft `x=0 vv x=5 vv x=10` .
GR of tekenschema `g'` : min. `g(0 )=0` , max. `g(5 )=625` en min. `g(10 )=0` .
`g(x)` heeft een maximum voor `x=5` .
`a*5^2=5^2 (5 -10 ) ^2` geeft `a=25` .
Vervang `100` door het getal `25` .
De oppervlakte van de bak bestaat uit opp(bodem) +
`2*`
opp(voorkant)
`+2*`
opp(zijkant).
Door invullen van breedte diepte en hoogte ontstaat de formule.
Voer in: Y1=6X+1000/3+2000/X en bepaal het minimum.
Dit geeft `d~~18,26` .
Er is een maximum voor `x=text(-)sqrt(2/3)` en een minimum voor `x=sqrt(2/3)` .
`f'_a(x)=3x^2-2a`
Als `a > 0` , dan zijn er twee nulpunten. De grafiek van de afgeleide is een dalparabool met twee nulpunten. `f_a` heeft een maximum voor `x=text(-)sqrt( (2a)/3)` en een minimum voor `x=sqrt((2a)/3)` .
`f'_a(x)=3 ax^2-1`
`x=text(-)sqrt(1/ (3 a) )` en `x=sqrt(1/ (3 a) )`
max. `f_a(text(-)sqrt(1/ (3 a) ))=2/3sqrt(1/ (3 a) )` en min. `f_a(sqrt(1/ (3 a) ))=text(-)2/3sqrt(1/ (3 a) )` .
`a=4/27`
`f'(x)=4 x^3-16 x 4x(x^2-16)=0` geeft `x=0 vv x++-2` .
GR of tekenschema `f'` : min. `f(text(-)2 )=text(-)16` , max. `f(0)=0` en min. `f(2 )=text(-)16` .
`f(x)=4000-10x^2=0` geeft `x^2=400` en dus `x=text(-)20` en `x=20` .
`g(x)=(x-10 )(x^2-400 )=0` geeft `x=10 vv x^2=400` en dus `x=text(-)20` , `x=10` en `x=20` .
`f'(x)=text(-)20x=0` voor `x=0` . De grafiek van `f(x)` is een bergparabool, het maximum is `f(0)=4000` .
`g'(x)=3 x^2-20 x-400 =0` als `x= (20 ±sqrt(5200 )) /6` .
De extremen van `g` zijn: max. `g(text(-)8,69 )≈6064,60` en min. `g(15,35 )≈text(-)879,42` .
`f(x)=g(x)` geeft `4000-10x^2=(x-10)(x^2-400)` en `x^3-400x=x(x^2-400)=0` zodat `x=0vvx=+-20` .
GR: `x≤text(-)20 ∨0 ≤x≤20`
`W'(x)=text(-)0,75q^2+18q-33`
`W'(x)=text(-)0,75q^2+18q-33=0`
geeft
`q=2 vv q=22`
.
Uit de grafiek van `W` of een tekenschema volgt dat er een minimum bij `q=2` is en een maximum bij `q=22` .
`W(22)=918`
Bij een productie van `22000` is er een maximale winst van € 91800,00.
`f'(x)=4 x^3-2 ax=0` geeft `x(4x^2-2a)=0` en `x=0 vv 4x^2=2a` , zodat `x=0 ∨x=text(-)sqrt(0,5a) vv x=sqrt(0,5a)` .
Omdat `a ` onder de wortel staat, moet gelden `0,5a ge 0` . Dit betekent dat er alleen een minimum ongelijk aan `0` kan zijn als `a > 0` . Voor `a=0` is het minimum `0` .
Voer een voorbeeldgrafiek in met bijvoorbeeld `a =1` en kijk naar het verloop van de grafiek.
Het minimum is `f(sqrt(0,5a))= (sqrt(0,5a))^4-a*(sqrt(0,5a))^2=1/4a^2-1/2a^2=text(-)1/4a^2` . Het minimum is gelijk aan `text(-)1` als `text(-)1/4a^2=text(-)1` en dus als `a=2` ( `a=text(-)2` voldoet niet).
`f'(1)=4-2a` , het hellingsgetal is dus `4-2a` . De raaklijn is dan `y=(4-2a)x+b` .
`f(1 )=1 -a` , de raaklijn gaat door het punt `(1, 1-a)` .
Invullen in de vergelijking van de raaklijn levert: `1-a= (4-2a)*1+b` en `b= a-3` .
De raaklijn heeft vergelijking `y=(4 -2 a)x+a-3` . Aan deze vergelijking moet ook `(0 , 4 )` voldoen:
`4 =a-3` geeft `a=7` .
`f'(x)=3 x^2-12 px=0` geeft `x=0 ∨x=4 p` . Als `p != 0` heeft de grafiek van `f` twee extremen.
`f(4 p)=text(-)16,5`
Dus je moet de vergelijking `64 p^3-96p^3-16 =text(-)16,5` oplossen. Dit geeft `p=0,25` .
Een grafiek tekenen met de GR laat zien dat er sprake is van een minimum of lees uit het tekenoverzicht van `f'(x)` af dat voor `p=0,25` er een minimum optreedt.
Zie de antwoorden in het vervolg van deze opgave.
Voor de lengte van de sintelbaan: `2l+2πr=400` .
Voor de oppervlakte `A` van het sportveld: `A=l*2r`
Gegeven is `L=400=2l+2πr` , dus `l=200-πr` .
Nu maak je een functie voor `A` , waarin alleen `r` als variabele voorkomt.
`l` substitueren in `A` geeft `A = (200-πr)*2r=400r-2πr^2` .
De grafiek van `A(r)` is een bergparabool. Het maximum zit bij het punt waarvoor geldt `A'(r)=0` . Voor die afgeleide functie geldt `A'(r)=400-4pi r` en `400-4pi r=0` , dus `r=400/(4pi)=100/(pi)~~31,8` m.
Dus voor de lengte van het sportveld geldt: `l=200-pir=200-pi*100/pi=100` m
Voor de breedte geldt: `b=2r=2*100/pi=200/pi~~63,6` m.
Zie de antwoorden in het vervolg van deze opgave.
Noem de inhoud en oppervlakte van het karton respectievelijk `I` en `A` . Dan is:
`I=x^2*h`
`A=2x^2+4xh`
`2 *8^2+4 *8 *21 =800` cm2
Dus `A=2x^2+4xh = 800` , zodat `h= (800 -2 x^2) / (4 x)` .
`I=x^2*h = x^2 * (800 -2 x^2) / (4 x) = 200 x-1/2x^3` .
De afgeleide is: `I'(x)=200-1 1/2x^2` .
En `I'(x)=0` geeft `x=+-sqrt(133 1/3)` .
Uit de schets van `I` blijkt dat `x` een maximum heeft bij `x=sqrt(133 1/3)~~11,547` cm. De waarde `x=text(-)sqrt(133 1/3)` vervalt, want `x>0` .
`h ≈ (800-2*11,547^2)/(4*11,547)≈11,547` cm.
De afmetingen zijn ongeveer `11,5` bij `11,5` bij `11,5` cm.
Voor de breedte en de lengte van het bakje geldt dan `b=l=20-2x` .
Dus voor de inhoud kun je de volgende formule opstellen: `I(x)=l*b*h=(20-2x)^2x=x(400-80x+4x^2)=4x^3-80x^2+400x` .
De zijde van het ingeknipte vierkantje kan niet negatief zijn en kan ook niet groter zijn dan `10` cm, want dan zou het karton volledig doorgeknipt worden. Dus: `0 < x < 10` cm.
`I'(x)=12 x^2 -160 x+400=0` geeft `x=10/3∨x=10` .
Max. `I(10/3)=16000/27≈593` cm3.
Uit de schets van `I` blijkt dat `x` daar inderdaad een maximum heeft.
`f'(x) = text(-)4x^3 + 6x^2 = 0`
geeft
`x = 0 ∨ x = 1,5`
.
Min.
`f(0) = 0`
en max.
`f(1,5) = 1,6875`
.
`(text(d)y)/(text(d)x) = 3x^2 - 12x = 0`
geeft
`x = 0 ∨ x = 4`
.
Max.
`y(0) = 0`
en min.
`y(4) = text(-)32`
.
Max. `f(0 )=2557` en min. `f(20 )=text(-)19197443` .
`f'(x)=20 x^4-160000 x=0`
als
`x=0 ∨x=20`
.
Max.
`f(0 )=2557`
en min.
`f(20 )=text(-)19197443`
.
Twee, zie grafiek (die je nu goed in beeld kunt brengen).
`f'_a(x)=4x^3 - 4a = 0` geeft `x = root[3](a)` .
`a = 1 vv a = text(-)1` .