Complexe getallen > Complexe vlak
123456Complexe vlak

Voorbeeld 3

Stel je twee complexe getallen voor: `z_1=1+2text(i)` en `z_2=2-3text(i)` .
Bereken `z = (z_1)/(z_2)` .
Bepaal `text(Re)(z)` en `text(Im)(z)` .

> antwoord

z 1 z 2 = 1 + 2 i 2 3 i = 1 + 2 i 2 3 i 2 + 3 i 2 + 3 i = 2 + 7 i + 6 i 2 4 9 i 2 = - 4 + 7 i 13 = - 4 13 + 7 13 i .

Je ziet, dat door met een handig gekozen `1` te vermenigvuldigen zo'n breuk kan worden geschreven als één complex getal.
Je vermenigvuldigt dan teller en noemer met de geconjugeerde van de noemer.
En dus is `text(Re)(z) = text(-)4/13` en `text(Im)(z) = 7/13` .

Opgave 6

In Voorbeeld 3 kun je zien hoe je twee complexe getallen deelt. Een voorstelling met vectoren is daar (nog) niet bij gemaakt.

a

Loop zelf de berekening in het voorbeeld na.

b

Neem z 1 = 1 - 2 i en z 2 = 3 + i . Bereken z 1 z 2 .

c

Bepaal Re ( z 1 z 2 ) en Im ( z 1 z 2 ) .

Opgave 7

Bereken `(2 + 2text(i))^3` .

Opgave 8

Je grafische rekenmachine kan waarschijnlijk ook met complexe getallen rekenen. Bekijk in het Practicum hoe dat gaat.

Controleer de antwoorden van de opgaven 4 tot en met 7 met de grafische rekenmachine.

verder | terug