Statistische methoden > Hypothese toetsen
1234567Hypothese toetsen

Theorie

Statistische methoden kunnen worden gebruikt om een bewering over een populatie te controleren. Dit heet een hypothese toetsen.

De nulhypothese ` text(H)_0` is de gangbare bewering, bijvoorbeeld op grond van voorgaand onderzoek.
De alternatieve hypothese ` text(H)_1` is een bewering die de nulhypothese bestrijdt.

Stel dat kansvariabele `X` normaal is verdeeld. Er wordt beweerd dat het gemiddelde `μ(X) = μ` is, waarin `μ` een bepaalde waarde is. Iemand anders vertrouwt het gemiddelde niet en vermoedt bijvoorbeeld: `μ(X) > μ` .

Dit geeft:
`text(H)_0:` `mu(X) = mu`
`text(H)_1:` `mu(X) lt mu`

Dit wordt getoetst met een steekproef van grootte `n` . Je bepaalt dan het gemiddelde in de steekproef en kijkt of de afwijking van `μ` significant is. De steekproefgemiddelden zijn normaal verdeeld met `mu(bar X) = mu` en `sigma(bar X) = (sigma(X))/(sqrt(n))` .

Bij de alternatieve hypothese hoort een kritiek gebied dat aangeeft waar de afwijking van `μ(bar X)` zo groot is dat je de nulhypothese verwerpt. Dat kritieke gebied bepaal je op grond van een vooraf vastgesteld significantieniveau α. Het significantieniveau kies je voordat je de toets uitvoert, bijvoorbeeld `α = 10` % of `α = 5` %.

Als de kans op een steekproefgemiddelde van `mu(bar X)` kleiner is dan `alpha` , verwerp je `text(H)_0` en accepteer je `text(H)_1` .

Afhankelijk van de situatie zijn er drie mogelijkheden voor de alternatieve hypothese:

  • een rechtszijdige toets waarbij `text(H)_0` getoetst wordt tegen `text(H)_1: mu(bar X) gt mu(X)`

  • een linkszijdige toets toetst `text(H)_0` tegen `text(H)_1: mu(bar X) lt mu(X)`

  • een tweezijdige toets toetst `text(H)_0` met `text(H)_1: mu(bar X) != mu(X)`

verder | terug