Statistische methoden > Data ordenen
1234567Data ordenen

Voorbeeld 1

Bekijk de tabel met de voetlengtes in cm van `100` mannen en `100` vrouwen. Ga er van uit dat dit representatieve steekproeven zijn voor de Nederlandse bevolking.

Maak een frequentietabel met een klassenindeling voor de groep mannen en de groep vrouwen. Gebruik een klassenbreedte van `1` centimeter en als ondergrens `34,0` cm.
Teken vervolgens een cumulatieve frequentiepolygoon van beide groepen in één figuur.
Probeer een conclusie te trekken.

> antwoord

Maak de klassenindeling en turf de aantallen, dat wil zeggen laat dit Excel doen. Maak een (absolute) frequentietabel, dit is tegelijk ook een relatieve frequentietabel. Nu kun je de gevraagde frequentiepolygonen maken. Bekijk eventueel het Practicum .

Je kunt concluderen dat Nederlandse mannen over het algemeen grotere voeten hebben dan vrouwen. Erg verrassend is dat niet...

Opgave 5

Gebruik de gegevens uit Voorbeeld 1 en werk met Excel.

a

Maak zelf frequentietabellen en lijndiagrammen van de relatieve frequenties van de voetlengtes van de mannen en de vrouwen.

b

Waarom zijn hier de absolute en de relatieve frequenties hetzelfde?

c

Maak zelf de cumulatieve frequentiepolygonen in één figuur.

d

Leg uit, waaraan je kunt zien dat mannen over het algemeen grotere voeten hebben dan vrouwen.

Opgave 6

Van een groep basketballers en een groep hardlopers is de lengte gemeten.
De resultaten zijn weergegeven in de tabel.

a

Waarom moet je nu wel met relatieve frequenties werken om beide groepen te kunnen vergelijken?

b

Teken de relatieve cumulatieve frequentiepolygonen voor de lengtes van de hardlopers en ook die voor de lengtes van de basketballers in één figuur.

c

Welke voor de hand liggende conclusie wordt door de frequentiepolygonen bevestigd?

verder | terug