Statistische methoden > Data ordenen
1234567Data ordenen

Verwerken

Opgave 10

Bekijk de frequentieverdeling van de weeklonen van `65` werknemers van een bedrijf.

a

De frequenties in deze tabel zijn:

absoluut

relatief

b

Is de indeling in klassen goed?

ja

nee

c

De klassenbreedte in deze frequentietabel is:

`99,00`

`99,99`

`100`

d

Welke beweringen zijn juist?

De relatieve frequentie van lonen tussen € 700,00 en € 800,00 is `16` %.

De proportie lonen van minstens € 1000,00 is ongeveer `0,11` .

De cumulatieve relatieve frequentie van lonen minder dan € 700,00 is `18` %.

Opgave 11

Voor een bepaalde toets kun je maximaal `200` punten scoren. In de tabel is weergegeven hoe een groep van veertig personen de toets heeft gemaakt.

118 114 106 120 126 116 154 66 100 118
116 150 124 108 106 156 118 136 130 124
114 120 160 94 180 60 120 70 114 174
126 130 126 116 130 140 146 116 126 110

Deel deze scores in klassen in. Neem als laagste klasse `50 - 69` . Maak een frequentietabel en geef ook de relatieve frequenties.

Opgave 12

Bekijk de frequentietabellen met weeklonen van twee bedrijven.
Alle werknemers zijn opgenomen in de tabellen.

weekloon (euro) aantal werknemers
`500 - lt 600` `8`
`600 - lt 700` `10`
`700 - lt 800` `16`
`800 - lt 900` `14`
`900 - lt 1000` `10`
`1000 - lt 1100` `5`
`1100 - lt 1200` `2`
totaal `65`
 
 

Bedrijf 1

weekloon (euro) aantal werknemers
`400 - lt 450` `2`
`450 - lt 500` `3`
`500 - lt 550` `4`
`550 - lt 600` `8`
`600 - lt 650` `3`
`650 - lt 700` `2`
`700 - lt 750` `2`
`750 - lt 800` `1`
totaal `25`

Bedrijf 2

a

Noem de onder- en bovengrens van de vijfde klasse van het eerste bedrijf.

b

Noem twee redenen waarom je de weeklonen van deze twee bedrijven niet zinvol met elkaar kunt vergelijken als je alleen naar deze frequentietabellen kijkt.

c

Maak frequentietabellen waarmee je de weeklonen van deze twee bedrijven wel goed kunt vergelijken.

d

Een van de onderzoeksvragen is in welk bedrijf er relatief meer mensen zijn die minder dan € 600,00 per week verdienen. Uit welk soort frequentietabel zou je dit direct kunnen aflezen? Geef een antwoord op deze onderzoeksvraag.

e

Het is niet mogelijk om de percentages werknemers die minder dan € 650,00 per week verdienen met elkaar te vergelijken. Leg uit waarom dat niet kan en bedenk een manier om daar wel een schatting van te kunnen maken.

Opgave 13

Bekijk de klassenindeling met de lengtes van zestig jongens.

lengte (cm)

abs. freq.

rel. freq.

cum. rel. freq. (%)

`150 - lt 165`

`15`

`0,25`

`25`

`165 - lt 175`

`15`

`0,25`

`50`

`175 - lt 180`

`15`

`0,25`

`75`

`180 - lt 185`

`5`

`0,083`

`83,3`

`185 - lt 190`

`5`

`0,083`

`91,7`

`190 - lt 195`

`5`

`0,083`

`100`

totaal

`60`

`1`

`100`

a

Waarom voldoet deze klassenindeling niet aan de regels? Wat valt je op?

b

Leg uit waarom dergelijke klassenindelingen niet goed bruikbaar zijn.

c

Maak met de gegevens uit de tabel een geschikte klassenindeling. Bepaal nu de frequentie, de relatieve frequentie en de cumulatieve relatieve frequentie.

Opgave 14

Bekijk de figuur met informatie over de bevolking van Amsterdam.

a

Welke diagrammen herken je in de figuur?

b

Wat betekenen de variabelen "geboorteoverschot" , "buitenlands migratiesaldo" en "binnenlands migratiesaldo" ? Geef voor het jaar 2004 het "geboorteoverschot" , het "buitenlands migratiesaldo" en het "binnenlands migratiesaldo" . Controleer dit met het lijndiagram van de totale bevolkingstoename of -afname.

c

Het migratiesaldo zit soms boven en soms onder de nullijn.
Leg uit wat dat betekent.

Opgave 15

Bekijk de medaillespiegel van de Olympische Spelen van 2008 in Beijng met de beste `12` landen.

a

Wat geeft elke staaf in dit diagram weer?

b

Waarom is een 3D-diagram hier handig? Wat staat er op elk van de assen weergegeven?

c

Welk land heeft de meeste gouden medailles gewonnen? Welk land heeft de meeste zilveren medailles gewonnen? Welk land heeft totaal de meeste medailles gewonnen?

d

Kun je deze gegevens ook in een gestapeld staafdiagram weergeven? Wat is het voordeel en het nadeel?

e

Bedenk een presentatie die alle gewenste informatie bevat en een duidelijk overzicht geeft.

verder | terug