Vierhoeken en cirkels > Hoeken en cirkels
12345Hoeken en cirkels

Verkennen

Opgave 1

Bekijk de applet.

Hier zie je een cirkel met drie punten op de rand. Vergelijk beide aangegeven hoeken met elkaar als je de punten gaat bewegen...
Pak de lijst van definities/stellingen in de Vlakke Meetkunde voor vwo wiskunde B er bij.

a

Je kunt zeggen dat A C B de hoek is waaronder je koorde A B ziet als je in punt C op de cirkel staat. Wat gebeurt er met deze hoek als je alleen punt C beweegt? Welke stelling van je lijst is dit?

b

Welk verband vermoed je tussen de omtrekshoek A C B en de middelpuntshoek A M B ? Zoek de bijbehorende stelling van je lijst.

c

Hoe volgt hieruit de stelling van Thales?

verder | terug