Een cirkel `c` met het middelpunt op de lijn `l: x + 2y = 12` raakt de `x` -as en de `y` -as.
Stel een vergelijking van deze cirkel op.
Bereken de hoek waaronder deze cirkel de lijn `k: x + y = 12` snijdt.
Bereken de afstand van deze cirkel tot de lijn door `P(0, 12)` in twee decimalen nauwkeurig.
De punten `A(text(-)2, 0)` , `B(0, text(-)4)` , `C(2, 0)` en `D(0, 4)` zijn hoekpunten van een ruit `ABCD` . De ingeschreven cirkel van deze ruit is de cirkel die alle vier de zijden raakt. Stel een vergelijking van deze cirkel op.