Een cirkel met een straal van `sqrt(13)` en middelpunt `(2, 4)` snijdt de `y` -as.
Bereken de hoek waaronder deze cirkel de `y` -as snijdt.
Bereken de hoek waaronder een cirkel met straal `sqrt(13)` en middelpunt `(2, 4)` de cirkel met middelpunt `(text(-)2, 0)` en straal `sqrt(5)` snijdt.
Bereken (eventueel in twee decimalen nauwkeurig) de afstand van
punt `P(2, 3)` tot lijn `l: 4x - 5y = 40`
punt `P(2, 3)` tot cirkel `c: (x+3)^2 + (y+4)^2 = 16`
lijn `l` tot cirkel `c`
Een cirkel snijdt de
`x`
-as onder een hoek van
`45^@`
in de punten
`A(1, 0)`
en
`B(5, 0)`
.
Bereken het middelpunt en de straal van deze cirkel.
De driehoek `ABC` heeft hoekpunten `A(text(-)2, 0)` , `B(2, 0)` en `C(0, 2sqrt(3))` .
Toon aan dat driehoek `ABC` gelijkzijdig is.
De ingeschreven cirkel van deze driehoek is de cirkel die alle drie de zijden raakt. Stel een vergelijking van deze cirkel op.
In een cartesisch assenstelsel is gegeven de cirkel `c_1` met parametervoorstelling `x(t) = 6 cos(t)` en `y(t) = 6 sin(t)` . Binnen deze cirkel ligt een tweede cirkel `c_2` die behalve `c_1` ook de beide coördinaatassen raakt. De coördinaten van alle raakpunten zijn groter of gelijk aan `0` .
Stel een vergelijking op van `c_2` .
In een cartesisch assenstelsel is vierkant `OABC` gegeven door `O(0, 0)` , `A(4, 0)` en `C(0, 4)` . In dit vierkant zit een kwart cirkel met middelpunt `O` en straal `4` .
Stel een vergelijking op van de cirkel `c` die de gegeven kwart cirkel, lijnstuk `OB` en lijnstuk `AB` raakt.