Bij het rekenen met temperaturen, met hoogtes, met saldo's van een bankrekening heb je te maken met een (soms willekeurig gekozen) nulpunt. Er zijn dan waarden boven het nulpunt en waarden onder het nulpunt. Die laatste waarden duid je aan met negatieve getallen. En met negatieve getallen wil je net zo kunnen rekenen als je tot nu toe met de "gewone" positieve getallen deed.
De volgende opgaven zijn bedoeld om overzicht over het onderwerp Negatieve getallen te krijgen. Dit betreft de onderdelen 1, 2, 3, 4 en 5 van dit onderwerp. Het is nuttig om er een eigen samenvatting bij te maken.
Je kunt ook deze spiekbriefjes gebruiken.
Vul de volgende zinnen aan:
Negatieve getallen zijn getallen ...
Positieve getallen zijn ...
Het tegengestelde van een getal is ...
Je ziet hier een assenstelsel.
Schrijf de coördinaten van de vijf aangegeven punten op.
Teken in dit assenstelsel de punten , , en .
Optellen en aftrekken van positieve en/of negatieve getallen kun je met pijlen op een getallenlijn in beeld brengen. Doe dat bij de volgende opgaven.
Bij het vermenigvuldigen en delen van positieve en/of negatieve getallen is het handig om van tevoren te bedenken of de uitkomst positief is of negatief.
Geef in een overzichtje van alle mogelijkheden aan of het product van twee getallen positief of negatief is.
Doe hetzelfde voor het delen van positieve en/of negatieve getallen.
Het rekenen met positieve en/of negatieve getallen moet je vooral goed oefenen.
Doe dat via het