Negatieve getallen

Negatieve getallen > Negatieve getallen aftrekken

Overzicht

123456Negatieve getallen aftrekken

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1

Bij $- 3$ .

Bij $3$ .

$3 - 2 = 1$

$3 - - 5 = 8$

Opgave V2

Starten bij $3$ en dan $4$ omhoog zuigen.

Starten bij $- 3$ en dan $4$ omhoog zuigen.

Starten bij $3$ en dan $4$ omlaag zuigen.

Starten bij $- 3$ en dan $4$ omlaag zuigen.

Opgave V3

Starten bij $5$ en $2$ omhoog zuigen is hetzelfde als starten bij $5$ en $2$ omlaag blazen.

Starten bij $5$ en $2$ omlaag zuigen is hetzelfde als starten bij $5$ en $2$ omhoog blazen.

Opgave 1

$3 - 4 = - 1$

$- 3 - 4 = - 7$

$3 - - 4 = 7$

$- 3 - - 4 = 1$

Opgave 2

$- 12 - - 33 = 21$

$15 - - 26 = 41$

$- 1 - 5 - - 9 = 3$

$365 - - 215 = 580$

Opgave 3

$- 12 - 15 = - 27$

$- 3 - - 12 = 9$

$8 - (- 6 - 12) = 26$

$13 - - 14 = 27$

Opgave 4

$5 + 7 = 12$

$- 5 - 7 = - 12$

$- 5 + 7 - 2 = 0$

$35 + 40 + 12 = 87$

Opgave 5

Oefen jezelf met de applet tot je geen fouten meer maakt. Neem niet te grote of te kleine getallen.

Opgave 6

$- 35 - 16 = - 51$

$- 12 - - 16 - 28 = - 24$

$19 - - 41 - 21 = 1$

$- 12 - 16 - - 14 = - 14$

Opgave 7

$- 12,64 - - 33,83 \approx - 12 - - 34 = 22$ . Antwoord: $21,19$ .

$143,4 - - 86,12 \approx 140 + 90 = 230$ . Antwoord: $229,52$ .

$239 - (- 132 + 67) \approx 240 + 60 = 300$ . Antwoord: $304$ .

$- 0,012 - - 1,265 \approx 0 + 1 = 1$ . Antwoord: $1,253$ .

Opgave 8

$6,3 - 4,3 = 2$

$3,9 - - 4,4 = 8,3$

$- 8,6 - - 2,5 = - 6,1$

$8,16 - 8,16 = 0$

Opgave 9

$5 - - 2 = 7$

$- 3 - - 8 = 5$

$- 4,3 + - 7 = - 11,3$

$6,4 + - 2,05 = 4,35$

$- 2,15 + - 3,31 = - 5,46$

$0,5 + 4,3 - 2,1 = 2,7$

$- 1,7 - - 2,4 - 3,1 = - 2,4$

$- 15 - (12 - - 3) = - 30$

Opgave 10

$8 - 12 = - 4$

$- 5 - 14 = - 19$

$7,03 - - 21,18 = 28,21$

$- 46 - - 34 = - 12$

$- 2 - - 12 = 10$

$24 - 25 = - 1$

$13 - 18 = - 5$

$15,4 - - 0,7 = 16,1$

Opgave 11

Selma heeft gelijk. Om het verschil van twee getallen te berekenen moet je ze van elkaar aftrekken.

$6,28$ m.

$2,86$ m.

Opgave 12

Opgave 13

$9$ °

$125 - 129 - - 3 = - 1$

Opgave 14Temperatuurverschillen

Temperatuurverschillen

$12$ °C.

$tijdstip$ (uur)	$0$	$2$	$4$	$6$	$8$	$10$	$12$	$14$	$16$	$18$	$20$	$22$	$24$
$temperatuurverschil$ (°C)		$- 1$	$- 2$	$- 1$	$2$	$3$	$3$	$3$	$- 1$	$2$	$- 3$	$- 3$	$- 1$

Tussen 8:00 en 14:00 stijgt de temperatuur met $3$ °C per uur.
Tussen 18:00 en 22:00 daalt de temperatuur met $3$ °C per uur.

Opgave 15Negatieve breuken

Negatieve breuken

$\frac{5}{6}$

$\frac{1}{2}$

$- 1 \frac{7}{8}$

$1 \frac{1}{28}$

Opgave 16

$5 - - 11 = 16$

$- 5 - - 11 = 6$

$- 5 - 11 + - 9 = - 25$

$5 + 11 - - 9 = 25$

$\frac{3}{7} - \frac{2}{3} = \frac{9}{21} - \frac{14}{21} = - \frac{5}{21}$

Opgave 17

Het hoogteverschil tussen beide plekken is $7,5$ meter.

$3 - - 6 = 9$ m.

verder | terug