In het assenstelsel begon je tot nu toe steeds linksonder met .
Je kunt dan alleen naar rechts en omhoog.
Maar heel vaak wil je ook naar links en naar beneden kunnen.
Daarvoor gebruik je negatieve getallen.
In dit assenstelsel zie je: (de oorsprong) en .
Verplaats punt naar:
Je ziet hoe negatieve getallen in een assenstelsel worden gebruikt.
Gebruik de applet van het
Verplaats punt `A` naar de in de tekst aangegeven punten in het assenstelsel.
Oefen met een medeleerling. De één geeft de coördinaten van een punt op en de ander maakt dit punt met de applet.
Je ziet hier een assenstelsel met vijf punten.
Schrijf de coördinaten van deze punten op.
Punt is het vierde hoekpunt van rechthoek . Schrijf de coördinaten van op.
Welke coördinaten heeft het snijpunt van de diagonalen van rechthoek ?
Teken nu zelf zo'n assenstelsel en zet daarin de punten , , , , , , , en . Verbind deze punten in de volgorde zoals ze hierboven staan door lijnstukjes. Maak van je figuur een ster. Schrijf de coördinaten op van de punten die je moet toevoegen.