Anneke gaat in de zomervakantie tomaten plukken. Hoeveel ze verdient hangt af van het aantal kistjes tomaten dat ze plukt.
`2` | `4` | `6` | `8` | `10` | |
(in euro) | 4,50 | 9,00 | 13,50 | 18,00 | 22,50 |
Tussen welke twee variabelen is er een verband? Welke eenheden worden er gebruikt?
Hoeveel verdient Anneke per kistje?
Anneke plukt `5` kistjes tomaten. Hoeveel verdient ze die dag?
En hoeveel verdient ze als ze `12` kistjes plukt?
Bij dit verband kun je een grafiek tekenen. Is die grafiek stijgend of dalend? Is de grafiek een rechte lijn?
Michiel houdt erg van lezen. Hij is net begonnen in een boek van `120` bladzijden.
Hoeveel dagen doet hij over dit boek als hij `10` bladzijden per dag leest?
En hoeveel dagen als hij `12` bladzijden per dag leest?
Tussen welke twee grootheden bestaat dus een verband?
Maak een tabel bij dit verband.
Teken een grafiek bij dit verband. Waarom is die grafiek geen rechte lijn?
Een taxibedrijf laat de prijs van een rit afhangen van het aantal kilometer dat het een klant vervoert.
(km) | `4` | `5` | `6` | `7` | `8` | `9` | `10` |
(euro) | 11 | 13 | 15 | 17 | 19 | 21 | 23 |
Hoeveel betaal je voor een rit van `11` km?
Teken een grafiek bij dit verband.
Deze grafiek gaat niet door de oorsprong van het assenstelsel. Wat betekent dit voor de taximeter die de ritprijs aangeeft?
Vanaf hoeveel km betaal je meer dan 30 euro?
Bij een bedrijf kun je pennen met je naam erop bestellen. Hoeveel zo'n pen kost, hangt af van het aantal pennen dat je besteld.
`100` | `200` | `400` | `600` | `800` | |
(euro) | 1,00 | 0,80 | 0,60 | 0,50 | 0,45 |
Teken de grafiek bij het verband tussen de grootheden en .
Je bestelt `100` pennen. Hoeveel betaal je per pen? En hoeveel in totaal?
Maak nu zelf een tabel en een grafiek bij het verband tussen en .
Het bedrijf beweert: "Hoe meer pennen u bestelt, hoe goedkoper u uit bent".
Is deze uitspraak correct? Licht je antwoord toe.
Waarom is de grafiek van het verband tussen en geen rechte lijn?