Het binomiale kansmodel is erg overzichtelijk: er zijn maar twee mogelijkheden
"succes"
of
"mislukking"
en het gaat om herhaling van steeds dezelfde kanssituatie. Maar natuurlijk bestaan
er heel veel discrete stochasten waarbij er meer dan twee mogelijkheden zijn en/of
er geen herhaling plaatsvindt. Denk bijvoorbeeld in het vaasmodel aan een trekking
zonder teruglegging.
Je zult in dit onderdeel een paar discrete niet-binomiale stochasten tegenkomen.
Je leert in dit onderwerp:
werken met niet-binomiale discrete stochasten en de bijbehorende kansverdelingen opstellen;
regels voor de verwachting en de standaardafwijking van niet-binomiale discrete stochasten;
een binomiale stochast gebruiken bij een kleine steekproef uit een grote populatie.
Voorkennis:
het vaasmodel;
een kansverdeling opstellen bij een vaasmodel;
de regels voor de verwachting en de standaarddeviatie van de som van meerdere stochasten.