Discrete kansmodellen > Binomiale stochasten
123456Binomiale stochasten

Voorbeeld 2

Je gooit met tien dobbelstenen. Stochast `X` geeft het aantal zessen aan dat boven komt te liggen.
Stel een kansverdeling op voor `X` en bereken de verwachtingswaarde en de standaardafwijking.

> antwoord

`X` is een binomiale stochast met parameters `n=10` en `p=1/6` .
Je moet nu de kansen bepalen voor `X=0, 1, 2, 3, ..., 10` .
Het gaat om kansen van de vorm `text(P)(X=x|n=10 text( en ) p=1/6)` .
Voer je dit op de grafische rekenmachine als functie in, dan kan de grafische rekenmachine de kansverdeling voor je maken.

De verwachtingswaarde is: `text(E)(X)=n·p=10·1/6=1 2/3` zessen.
De standaardafwijking is: `σ(X)=sqrt(n * p * (1 - p)) = sqrt(10 * 1/6 * 5/6) approx 1,2` zessen.

Opgave 6

Een willekeurig schot van een ervaren boogschutter komt één van de vijf keer in de roos terecht. Jozef, een ervaren boogschutter, schiet vijftien keer op een doelwit. Stochast `X` is het aantal keren dat Jozef in de roos schiet.

a

Stel een kansverdeling op voor `X` .

b

Bereken de verwachtingswaarde en de standaardafwijking van stochast `X` . Rond indien nodig af op twee decimalen.

verder | terug