Twee op papier even sterke tennissers hebben de finale van hun clubkampioenschap bereikt.
Ze moeten onderling in één partij, waarbij het gaat om drie gewonnen sets, uitmaken
wie zich clubkampioen van dat jaar mag noemen. Winnaar van de finale is dus diegene
die het eerst drie sets op zijn naam brengt.
Stochast
`T`
stelt het aantal te spelen sets voor.
Stel een kansverdeling voor `T` op.
Bereken zonder grafische rekenmachine `text(E)(T)` en in twee decimalen nauwkeurig `sigma (T)` . Wat stellen deze getallen in dit verband voor?
Je werpt vier keer met een zuivere dobbelsteen. Stochast `X` stelt het aantal zessen voor dat daarbij bovenkomt.
Stel de kansverdeling van `X` op.
Bereken de verwachtingswaarde en de standaardafwijking van `X` .