Nadat de gegevens geordend zijn in een tabel, kun je deze ook grafisch verwerken. Een figuur is vaak gemakkelijker te lezen en is toegankelijker voor de lezer. Maar welk type diagram kun je nu het beste gebruiken? Het begrip diagram is een zeer algemeen begrip; er is dus heel veel keuze.
Je leert in dit onderwerp:
verschillende soorten diagrammen te tekenen en af te lezen: staafdiagram, histogram, cirkeldiagram, steelbladdiagram, lijndiagram, frequentiepolygoon, cumulatief frequentiepolygoon, Lorenzcurve;
een keuze te maken uit de genoemde diagrammen om je onderzoeksgegevens te verwerken.
Voorkennis:
statistische begrippen, zoals steekproef, absolute, relatieve en somfrequentie en proportie;
gegevens in een frequentietabel (zowel met absolute als met relatieve frequenties) verwerken.