Je hebt kennis gemaakt met regels voor de kansrekening. Vooral als het gaat om grotere
hoeveelheden (
`52`
verschillende speelkaarten) en meerdere trekkingen zijn dergelijke regels nuttig.
Daarom leer je nu wanneer je kansen mag vermenigvuldigen. Hierbij is het vaasmodel
weer erg handig.
Je leert in dit onderwerp:
de regels voor het vermenigvuldigen van kansen;
werken met afhankelijke en onafhankelijke gebeurtenissen;
voorwaardelijke kansen berekenen.
Voorkennis:
kansen bepalen met behulp van een kansboom;
het vaasmodel met of zonder teruglegging voor het berekenen van kansen.