Bij basketbal wordt per speler het schotpercentage bijgehouden. Als iemand een schotpercentage
van
`25`
% heeft, scoort hij bij één op de vier doelpogingen. Je kunt dit percentage daarom
opvatten als zijn trefkans bij elke doelpoging.
Maar hoe liggen zijn kansen als hij meerdere doelpogingen doet?
Je leert in dit onderwerp:
kansen bepalen met behulp van een kansboom;
het vaasmodel met of zonder teruglegging voor het berekenen van kansen.
Voorkennis:
werken met boomdiagrammen;
kansen berekenen door tellen van mogelijkheden, eventueel met behulp van diagrammen.