Iedere Nederlander kent ze: de windmolens die elektrische energie opwekken. Het vermogen van zo’n windmolen hangt af van de grootte van zijn wieken, van de windsnelheid en van de bouw van de molen. Als de lengte van de ronddraaiende wieken `32` m is, dan kan het vermogen `P` in kW (kiloWatt) berekend worden met de formule:
`P = 0,52 *v^3*`
Hierin is `v` de windsnelheid in m/s. Bij hoge windsnelheden slaan de turbines van deze windmolens af.
Welke waarden denk je dat `v` kan aannemen?
Schat welke vermogens een windmolen zoals deze kan leveren.
Gegeven is de functie `f` met `f(x)=sqrt(x)` .
Welke waarden kan `x` aannemen?
Maak een tabel en een grafiek bij deze functie.
Welke functiewaarden heeft deze functie?