Bekijk de drie grafieken in het `Oxy` -assenstelsel van een grafische rekenmachine.
Bij welke van deze grafieken is `y` een functie van `x` ?
A
B
C
Bij welke van deze grafieken is `x` een functie van `y` ?
A
B
C
Voor de inhoud van een cilindervormig blikje geldt: `V=π*r^2*h` . Van een bepaalde serie blikjes is bekend dat de hoogte even groot is als de diameter. Ze passen dus precies in een kubus.
Voor deze serie blikjes is `V` een functie van `r` . Schrijf het bijpassende functievoorschrift op.
Neem aan dat `0 < r < 20` . Breng nu de grafiek van de functie `V(r)` in beeld. Schrijf de geschikte vensterinstellingen op.
Bij welke afmetingen van de cilinder geldt: `V=1000` cm3?
Gegeven zijn de functies `f(x)=2 x (x-10 ) ^2` en `g(x)=8 x` .
Bereken `f(5 )` en `f(text(-)5 )` .
Bereken de nulpunten van `f` .
Bepaal de snijpunten van beide grafieken.