Het aantal eenpersoonshuishoudens in Nederland is in de periode 2000 - 2013 lineair
toegenomen.
Volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waren er in Nederland
in 2010:
`2670`
(×
`1000`
) en in 2013:
`2802`
(×
`1000`
) éénpersoonshuishoudens.
Stel een formule op voor het aantal eenpersoonshuishoudens `N` (in duizendtallen) als functie van de tijd `t` . Kies `t = 0` in 2000.
De overheid is er door allerlei maatregelen in geslaagd het aantal verkeersdoden tussen 1970 en 2010 terug te dringen. De cijfers staan in de tabel:
jaar | 1970 | 1975 | 1980 | 1985 | 1990 | 1995 | 2000 | 2005 | 2010 |
aantal doden | 3516 | 3005 | 2521 | 1997 | 1488 | 1277 | 1158 | 817 | 640 |
Laat zien dat het aantal verkeersdoden in de periode 1970-1990 (ongeveer) lineair afneemt.
Schat met behulp van lineair interpoleren het aantal verkeersdoden in 1982.
Geef een formule voor het verband tussen het aantal verkeersdoden `N` en de tijd `t` (in jaren) voor de gehele periode 1970-1990. Neem `t=0` in 1970.
Bepaal met behulp van lineair extrapoleren het aantal verkeersdoden in 2020. Gebruik daarvoor de gegevens uit de periode 2005-2010. Waarom is het lineair extrapoleren met deze gegevens riskant?