In een gelijkzijdige `Delta ABC` zijn alle zijden `4` cm.
Een cirkel met middelpunt `C` heeft precies één punt gemeen met zijde `AB` .
Hoe groot is de straal van deze cirkel?
Bereken de oppervlakte van het gedeelte van de driehoek dat niet binnen de cirkel ligt.
Teken een regelmatige negenhoek met zijden van `2` cm met zijn omgeschreven cirkel.