Herleid.
`2a + 4 + 3a + 7 + a`
`text(-)5a + 8a + 2b - 4b`
`8ab + 3a - 4b + 5b - 6ab`
`text(-)8ab + 6b - 2ba - 3b + 5 - 3b`
`a*a + 5a - 3a^2 + a`
`8a^2 - 3a*2a - 7a`
Herleid.
`x*x*x*x*x`
`2x^2*5x^4`
`text(-)2x*text(-)x^10`
`(text(-)x)^2*4x^5`
`2x^9*text(-)3y^7`
Herleid.
`2(3 + a)`
`text(-)c(5 + c)`
`5(3x + 4)`
`(z + 3)(z + 6)`
`(2d - 4)(3d - 2)`
`(4x + 3)(2y - 8)`
Herleid.
`A = 2 - 3(a - 6)`
`R = 2(3 + p) - 7 - 8(2p + 4)`
`T = (2x - 5)(2x + 5) + 25`
`Q = (text(-)3a - 2)(2b - 5) + 4b`
Los op.
`3 + 8x = 35`
`7 - 2x = text(-)23`
`5x - 7x + 2 = 14`
`5(3 - x) = 65`
`text(-)3(x - 10) = 21`
`3(x - 10)^2 = 21`
Herleid. Neem vervolgens `a = 3` en bereken `b` .
`2ab - 6a + 8b + 4ab = 8`
`3a -2(a + b) - 3b = 13`
Ryan verkoopt op de markt twee soorten tijdschriften en boeken. Een tijdschrift verkoopt hij voor € 3,50 en een boek voor € 5,00. Hierbij kun je de formule `R = 3,50a + 5,00b` opstellen.
Wat stellen de variabelen in de formule voor?
Hoeveel bedraagt Ryan's opbrengst als hij `50` tijdschriften en `35` boeken verkoopt?
Ryan heeft op een dag `40` tijdschriften verkocht en heeft een opbrengst van € 250,00. Hoeveel boeken heeft hij die dag verkocht?
Door waterschade geeft hij korting op de tijdschriften en de boeken. Voor het bepalen van de totale korting die hij gegeven heeft, gebruikt hij de formule `Q = 1,50a + 2,00b` . Geef een zo kort mogelijke formule voor de opbrengst `R` , waarbij de korting er al af is.