Hier en op het werkblad zie je een A en een L op roosterpapier. Je mag er van uitgaan dat de hoekpunten van de letter A die geen roosterpunt zijn telkens precies midden tussen twee roosterpunten liggen. Let op: de roostereenheid is `0,5` cm.
Bereken van zowel de A als de L de exacte oppervlakte in mm2.
Waarom kun je wel van de L, maar niet van de A de exacte omtrek bepalen?
Bereken de omtrek van de L in mm.
Deze figuren staan ook op het werkblad.
Bereken de oppervlakte van de figuren. Je mag ervan uitgaan dat de figuren d en e lijnsymmetrisch zijn.
In een assenstelsel zijn de punten `A(0 , text(-)2 )` , `B(3 , text(-)2 )` , `C(2 , 2 )` en `D(text(-)2 , 4 )` gegeven.
Bereken de oppervlakte van `Delta ABC` .
Bereken de oppervlakte van `DeltaABD` .
Bereken de oppervlakte van `DeltaACD` .
Bekijk de twee driehoeken.
Bereken van beide driehoeken de oppervlakte en de omtrek in één decimaal nauwkeurig.
Bekijk de drie vierhoeken: een parallellogram, een pijlpuntvlieger en een trapezium.
Bereken de oppervlakte van deze vierhoeken.
Bekijk de figuur. De onderkant en de bovenkant lopen evenwijdig. De linker bovenhoek is een rechte hoek ( `90^@` ). Alle maten zijn in centimeters.
Bereken de oppervlakte van deze staalplaat.
Je ziet hier een rechthoekige driehoek `ABC` . De afmetingen van de zijden staan in de figuur.
Bereken de lengte van lijnstuk `BD` met behulp van de oppervlakte van `Delta ABC` .